Land van Cuijk

‹ Terug naar portaal

Wat gebeurt er als een agrariër, een particulier en een stichting de handen ineenslaan? In Boxmeer bezitten én beheren Rob Wientjes, Ruth Bakkenes en Stichting Landschapsbeheer Boxmeer samen vijftien hectare grond. ‘Wij proberen aan te tonen dat als je elkaar kunt vinden je elkaar ook kunt versterken.’ Ze studeerden allebei in Wageningen: de een werd decennia geleden opgeleid tot bedrijfskundige, de ander recenter als veeteler. Maar ze vonden elkaar in het uiterste oosten van Brabant, in het Maasheggengebied, waar Ruth Bakkenes gronden bezit en voorzitter is van de Stichting Landschapsbeheer Boxmeer (Slabox) en waar Rob Wientjes het melkveebedrijf van zijn vader heeft overgenomen. Samen maakten ze afspraken over het beheer van gronden.

Met elkaar in gesprek
Rob Christiaans – projectleider namens de provincie Noord-Brabant – weet precies waar Ruth en Rob elkaar vonden: aan de keukentafel. Want – zo is zijn overtuiging – alleen door met elkaar in gesprek te gaan, kunnen projecten slagen: ‘Het geheim van het succes van het Maasheggenproject is dat er niet over een agrariër werd gepraat, maar met hem. Rob en Ruth werkten al deels samen, want Ruth liet een deel van zijn gronden maaien door Rob. Ik heb gesuggereerd dat een intensievere samenwerking voor beide partijen interessant zou kunnen zijn. Zo kwamen ze aan die keukentafel terecht.’ Christiaans weet ook waar dat toe geleid heeft: ‘Vijf jaar geleden was dit een vrijwel kale vlakte, nu is het een prachtige combinatie van grasland en hoge heggen met ecologisch rijke randen. Natuur en landbouw gaan schitterend samen.’

Ruiltransactie
Het overleg aan de keukentafel leidde tot een ruiltransactie die in 2020 zijn beslag kreeg. Ruth Bakkenes kocht als particulier twee hectare grond van Rob Wientjes. Laatstgenoemde kon (met een kleine bijbetaling) zes hectare terugkopen, op voorwaarde dat hij deze omzet naar ONNB-grond (Ondernemen in Natuurnetwerk Brabant), een regeling die hem verplicht de betreffende grond duurzaam te beheren met oog voor natuurontwikkeling. ‘Daarnaast tellen deze hectaren mee voor de grondgebondenheid waar ik als melkveehouder aan moet voldoen. Dat geeft mij de ruimte om ook op dat gebied mijn bedrijf verder te ontwikkelen. In totaal heb ik ruim 45 hectare grond in gebruik, waarvan 11 hectare kruidenrijk grasland in het Maasheggengebied hier in Boxmeer.’

Van twee naar drie kilometer
Ook Ruth kijkt tevreden als hij vertelt wat de Stichting en hijzelf zijn opgeschoten met de ruil. ‘Wij zijn van nul naar veertien hectare NNB [Natuurnetwerk Brabant] gegaan, we hebben met name stroken verworven met heggen en randen. Het aantal kilometers heg hebben we uitgebreid van twee naar drie. We hebben bloemenranden en insectenranden aangelegd. Zelf had ik drie hectare landbouwgrond, die heb ik ook omgezet naar ONNB, wat betekent dat ik minimaal tien procent van de oppervlakte omzet naar landschapselementen. En Slabox heeft nu bij Loerangel [het deel van het Maasheggengebied dat is aangewezen als pilot voor herstel van de heggen] twee hectare heggen, akkertjes en graslandranden, waarvan een deel beheerd wordt door Rob. En tussen die heggen en randen is al het grasland nu “natuurgrasland”.’

Mooie lap grond
‘Ik heb een mooie lap grond erbij,’ zegt Rob Wientjes enthousiast. ‘De opbrengst voor mij bestaat uit kwalitatief goede voerproductie ofwel gras voor mijn koeien. Omdat ik duurzaam beheer, kostte de grond mij de helft en kom ik onder de streep ongeveer op dezelfde opbrengst uit als bij regulier beheer. Zo kan ik de komende jaren de teelt verder optimaliseren in balans met de natuur. Dat betekent dat ik geen drijfmest gebruik, geen kunstmest en geen bestrijdingsmiddelen. Wel gebruik ik twintig ton vaste stalmest per jaar per hectare, want dat is goed voor de biodiversiteit: ik breng de mest boven op de grond, niet erin, dus de bodem wordt niet verstoord. Ik doe ook geen kerende grondbewerking.’

Niet meer gespoten
Ruth Bakkenes: ‘Wij zijn heel blij dat hier niet meer gespoten wordt. En wij vinden het plezierig om met een blijvende boer samen te werken. Want we gaan ervan uit dat Rob een van de hooguit acht rundveehouders is in dit gebied die hier nog jaren actief blijven. Ook vakmatig kan hij dingen. Zo heeft hij kruidenrijk gras ingezaaid met verschillende worteldieptes dat goed gedijt zonder kunstmest.’ Rob Wientjes: ‘Er zitten klavers in en vijftien verschillende kruiden, om te zorgen voor een gezond bodemleven met een gezonde productie.’ Bakkenes: ‘Wij hopen dat het gras zó goed gaat groeien dat de productie hier straks misschien wel negentig procent is van gangbare teelt. En dat Rob dan over tien jaar zegt: “Ik ga op mijn andere veertig hectare op dezelfde manier werken.” Wientjes: ‘Bij mijn huis heb ik nu al een paar hectare ingezaaid met een vergelijkbaar mengsel, dus ik zie zeker de voordelen ervan.’

Mooie combi vinden
‘We hebben elkaar gevonden,’ vat Rob Wientjes samen. ‘Vaak zie je dat natuur en boer elkaar bijten, maar in mijn ogen hoeft dat niet zo te zijn. Wat Ruth en ik hier proberen aan te tonen, is dat als je elkaar kunt vinden je elkaar ook kunt versterken. Vaak is er strijd tussen natuur- en landbouwdoelstellingen. In dit gebied is het hoger gelegen gedeelte, waar de Maasklei op ligt, akkerbouwmatig zeer interessant. Daar kun je goed van telen, maar dus ook op een extensieve manier nog mooie opbrengsten halen. Ik vind het zonde om alleen met landbouw bezig te zijn in deze mooie omgeving. Vergeet ook niet waar de maatschappij heen wil qua landbouw. Daar een mooie combi in vinden, dat is voor mij de uitdaging.’

Niet te vroeg juichen
Tegelijkertijd heeft Rob Wientjes een waarschuwing in petto: ‘Natuurlijk is het mooi hoe we samenwerken en de ruiltransactie pakt voor iedereen goed uit. Maar laten we niet te vroeg juichen. Het beheer is superbelangrijk.’ Rob Christiaans beaamt dat: ‘In het verleden werd bij natuurontwikkeling het beheer nog wel eens vergeten. Maar ik zeg altijd: wij zijn allemaal maar passanten. We moeten zorgen dat het gebied verder kan.’ Een van de hulpmiddelen is een digitaal managementprogramma voor beheer en onderhoud van landschappen (BOOM, Beheer en Onderhoud Op Maat) waarin iedereen zijn beheer tot op hegniveau kan bijhouden. ‘Zo’n systeem is geen doel op zich, maar wel een middel om met elkaar in gesprek te gaan over het beheer en om elkaar erop aan te spreken.’ Want, zo onderstreept Christiaans: ‘Het belangrijkste is en blijft dat je contact houdt met elkaar, dat je elkaar blijft ontmoeten aan die keukentafel.’
Maasheggen is ‘UNESCO mens en biosfeergebied’ In juli 2018 verkreeg het Maasheggengebied – als enige gebied in Nederland – de status van ‘UNESCO mens en biosfeergebied’. Zo werd de Maasheggen onderdeel van een wereldwijd netwerk van meer dan 650 UNESCO biosfeergebieden in 120 verschillende landen. De status van UNESCO biosfeergebied krijg je niet zomaar.
Een UNESCO biosfeergebied brengt lokale actoren bij elkaar die gezamenlijk en vrijwillig afspraken maken over hun gemeenschappelijke visie voor het gebied. De status van UNESCO kan daarbij een sterker bewustzijn creëren onder inwoners, overheden, het maatschappelijk middenveld en het bedrijfsleven om zich in te zetten voor het beheer en duurzaam gebruik van hun omgeving.