1.Techniek
- De kwaliteit van het inzagen, de zaagwonden en het inscheuren van de stam
Goed: een lange zaagsnede (>=1:3); een mooie gladde (zaag)wond; de tak of stam zijn bij het inzagen niet of maar zeer weinig naar boven ingescheurd; de hak is schuin naar beneden afgezaagd.
Minder goed: een (te) korte zaagsnede (<1:3); een gerafelde, ruwe wond; de ingezaagde en gevlochten tak of stam is naar boven ingescheurd, de hak is niet afgezaagd.
- Kwaliteit van de verbindingen
Goed: gebogen stammen en takken zijn nog goed verbonden met de stam, er is sprake van een stevig stuk bast (lip).
Minder goed: de takken of stammen hangen aan dun stukje bast. Er is zo onvoldoende verbinding voor een levenskrachtige hergroei in het voorjaar.
- De werkwijze
Goed: veilig werken met veiligheidsmiddelen (bril - handschoenen), in 3 werkgangen (snoeien -liggers - staanders) vlechten in de juiste werkrichting. Eerst opsnoeien, daarna het onderste niveau (de liggers) vlechten tussen de staanders. Tot slot het bovenste niveau (de staanders) afwerken. Door voldoende te snoeien is de kans op veel hergroei groter. Er mogen ook enkele fijne takken gespaard worden, dit zorgt voor bloei in het voorjaar.
Minder goed: voor de voet opsnoeien, tegelijkertijd het onderste en het bovenste niveau vlechten. Er is te weinig gesnoeid. Voldoende snoeien betekent dat er in het voorjaar voldoende licht komt bij de jonge uitlopers.
- Omgang met onregelmatigheden in de heg/anticiperen op kwaliteit heg
Goed: bij onregelmatigheden in de heg is dit op een creatieve manier opgelost. Oplossing gevonden voor: te kromme stammen, te veel dikke stammen dicht bij elkaar (oplossing onder schuin afzagen), te weinig stammen voorhanden om te vlechten (oplossing een tak in tegengestelde richting vlechten). Dikke stammen gebruiken als liggers i.p.v. als staanders.
Minder goed: er zijn geen of te weinig oplossingen gevonden voor onregelmatigheden in de te vlechten heg.
2. Stijl
- Vlechten van de liggers (onderste of 1e niveau)
Goed: buigpunt van de stam od tak zit op ca 10 tot 20 cm hoogte, zijtakken kunnen een hoger buigpunt hebben. De liggers lopen schuin omhoog tot een hoogte van ongeveer 110 cm. Er zijn voldoende liggers gebruikt, maar er blijven ook voldoende staanders over.
Minder goed: Buigpunt van veel liggers (behalve de zijtakken) boven 20 cm. De stammen of taken zijn naar beneden gericht, waardoor de sapstroom in de bast kan stagneren.
- Vlechten van de staanders (bovenste of 2e niveau)
Goed: om de 100 tot 150 cm blijft een stander. De hoogte van de staander is ongeveer 110 cm. De lengte van de stammen bepaalt mede hoeveel staanders er uiteindelijk nodig zijn. De staander zorgt mede voor de stevigheid van de heg.
Minder goed: de afstand tussen de staanders is kleiner dan 90 cm of groter dan150 cm. De hoogte van de staanders is lager 90 cm.
- Het vlechten
Goed: er is met de liggers tussen de staanders gevlochten behoudens te dikke stammen. Er is goed gebruik gemaakt van kapstokken en vorken voor het vastzetten van de gebogen stammen en takken. Het geheel is stevig en ondoordringbaar.
Minder goed: de horizontale takken of stammen liggen vrijwel los van de naastgelegen stammen of zijn gemakkelijk los te trekken. Het geheel is niet stabiel en er zitten te grote openingen in het vlechtwerk.
3. De kwaliteit van het vlechtwerk
- De sterkte heg
Goed: de heg (staanders + vlechtwerk) is sterk genoeg om kracht van het vee en hoogwater te weerstaan.
Minder goed: het vlechtwerk is instabiel. Er is geen stevige structuur waardoor heg niet bestand is tegen de druk van vee en water.
- De dichtheid van de heg
Goed: De heg is ondoordringbaar voor (jong)vee. De heg is regelmatig van structuur met een evenwichtige samenstelling van dikkere en fijnere takken.
Minder goed: er zitten grote gaten in het vlechtwerk. De heg is onregelmatig volgepropt met ingevlochten takken.
- De hoogte van de heg.
Goed: na het vlechten is de heg ongeveer 110 cm hoog.
Minder goed: de hoogte van de heg is na het vlechten lager 90 cm of hoger dan 120 cm